4 dimensies om te groeien als organisatie

Werken in verschillende dimensies

Iedereen kijkt naar de wereld door een bepaalde lens. Door vier verschillende lenzen zelfs, in vier verschillende dimensies. Die dimensies (her)kennen maakt het makkelijker om de vragen in het reflexief proces zélf te begrijpen en sturen. Waarom lukt het niet om na te denken? Waarom denken we wel na, maar verandert er niets? De vier dimensies hebben te maken met contact als basis, met de verhouding van jezelf – of je organisatie – tot de wereld, met afspraken en regels om autonomie mogelijk te maken en met een doel: het vormen van een eigen identiteit.

  • Dimensie 1: contact als basis voor verbinding en vertrouwen
  • Dimensie 2: autonomie – in relatie met de wereld
  • Dimensie 3: afspraken en regels
  • Dimensie 4: een eigen identiteit

 

Dimensie 1: contact als basis voor verbinding en vertrouwen

Contact is de basis om verbinding te maken met andere mensen. Contact op microniveau, met je patiënt of cliënt, maar ook op mesoniveau, de hechting binnen je team. Als die onveilig is, wordt (samen)werken moeilijk. Afstemming, veiligheid, vertrouwen en hechting vormen ook in organisaties en teams de basis: verbinding vraagt vertrouwen. Kan jij je geven in je werk en voelt dat goed? Als je in een kwaliteitscultuur werkt, moet er wederkerigheid zijn tussen medewerkers en hun organisatie. Daarvoor is verbinding en vertrouwen nodig. Vertrouwen is een positieve houding, die uitgaat van openheid en wederkerigheid. Alleen in een klimaat van vertrouwen, in een ‘veilige’ werkplek, kan je je als professional kwetsbaar opstellen. Alleen dan kan een kwaliteitscultuur gedijen en wordt (zelf)reflectie en evolutie mogelijk.
Ook op macroniveau kan er sprake zijn van een bepaalde sfeer. Zo kan een sfeer ‘omslaan’ tijdens een bijeenkomst, creëert de cultuur in een organisatie een bepaalde sfeer waar we zoals de volksmond zegt ‘van kunnen proeven’.

Dimensie 2: autonomie – in relatie met de wereld

Verbinding en vertrouwen maken ook autonomie mogelijk. Regels, protocollen en afspraken zijn nodig, maar je moet het gevoel hebben autonoom genoeg te kunnen werken, niet enkel als uitvoerend instrument. Genoeg autonomie zorgt ervoor dat je betrokken bent bij de taken die je uitvoert en genoeg regelruimte ervaart. Zo doe je je werk met plezier én kwaliteitsvol. Genoeg autonomie geeft je tevredenheid over je werk. Het zorgt ervoor dat je verantwoordelijkheid wil opnemen en creatief kan zijn, dat je verantwoordelijk voelt voor wat je doet en hoe je dat doet. Die professionele betrokkenheid is een belangrijke voorwaarde om kwalitatieve zorg te kunnen geven. Het zorgt voor een gedrevenheid die vanuit jezelf komt, voor engagement. Die dimensie speelt zowel in micro-, meso-, en op macro-niveau en tussen elk van deze niveaus. In een kwaliteitscultuur moet er wederkerigheid zijn tussen medewerkers en hun team, tussen de teams, tussen teams en hun organisatie, tussen organisaties,… Medewerkers, teams en organisaties geven het beste van zichzelf in functie van kwaliteitsvolle zorg, de organisatie creëert daarbij de mogelijkheden.

Dimensie 3: afspraken en regels

Het is evident dat mensen- en dus ook organisaties – niet alles mogen of kunnen doen waar ze zin in hebben. Of niet hoeven doen waar ze geen zin in hebben… Afspraken en regels worden mee bepaald op de verschillende niveaus (micro-, meso- en macro-niveau). Binnen een zorgcontext gaat het om de regels op een afdeling, werkafspraken en arbeidscontracten, maar ook de afspraken met overheden over de wijze waarop een organisatie zich tot een omgeving en maatschappij verhoudt. Deze dimensie gaat over ‘structureren en (regu)leren’. Zowel binnen teams, maar ook binnen een ziekenhuis of instelling als in een ruimer maatschappelijk perspectief stelt zich de vraag hoe autonomie zich verhoudt tot verbinding met de ander. Dat hiervoor een kader nodig is dat dat ‘verkeer’ regelt, is meteen duidelijk.

Dimensie 4: een eigen identiteit

Waarom doen we de dingen die we doen? Om iemand te worden, om een eigen identiteit op te bouwen. Die identiteit krijgt vorm doorheen de tijd: je identiteit transformeert en integreert voortdurend. Dat geldt ook voor teams en organisaties. Ze hebben een missie en visie die ze willen waarmaken. De reden waarom mensen zich verenigen binnen een organisatie die wil zorgen, is omdat er een doel is waar mensen zich samen toe verbinden. Ook teams, ziekenhuizen en instellingen hebben nood aan een identiteit die ze vaak neerschrijven in missies en visies. Geen dode letter, maar een actieve keuze om richting te geven en te evolueren in een voortdurend veranderende samenleving.